Wordt gebruikt voor:
- het sluiten van zijnaden
- het sluiten van mouwen en raglans (wanneer er meerderingen en minderingen   gemaakt zijn op enkele steken van de kant)
- het aannaaien van boordsteekbiezen in de lengte
- het opnaaien van zakken

Deze naad wordt aan de goede kant van het werk gemaakt. Plaats de 2 aan elkaar te naaien delen naast elkaar en met de goede kant naar boven. Steek telkens op 1 steek van beide kanten in en neem de draad op die 2 steken verbindt, éénmaal op het rechterdeel en éénmaal op het linkerdeel. Werk op deze wijze verder in iedere naald en maak zo losse steken over een hoogte van 3 tot 4 cm. Trek de draad voorzichtig aan om beide delen naar elkaar te halen: de naad wordt onzichtbaar. Herhaal steeds verder deze handeling totdat beide delen met elkaar zijn verbonden.